Maribor
De geografische ligging van Zagreb zorgt ervoor dat veel interessante steden uit omringende landen sneller te bereiken zijn dan de meeste Kroatische "parels" aan de kust. Weliswaar rijd je over de snelweg in een uur of twee van Zagreb naar de havenstad Rijeka, maar van Rijeka naar de toerische hotspots (Istrië, Dalmatië, en de vele eilanden) is nog een heel eind. Zeker in de zomer wordt de E65 alias Magistrala, die zo'n beetje langs de gehele Adriatische kust loopt, druk bereden door campers en caravans waardoor opschieten lastig is. Voor wie geen haast heeft, is het echter een magistrale route: meer dan duizend kilometer zuidwaarts, met direct aan de linkerhand de Dinarische Alpen en aan de rechterhand de Adriatische Zee.
Wie over deze weg rijdt, van Rijeka in het noorden naar Dubrovnik in het zuiden, komt driekwart tegen van alles wat Kroatië de moeite waard maakt. Bovendien kun je (nog altijd) zeggen dat je in Bosnië bent geweest, daar het zuidelijkste deel van Kroatië door een twintigtal kilometers Bosnische kust van de rest van het land wordt gescheiden. "Nog altijd", want vlak voor de Bosnische kust ligt het Kroatische schiereiland Peljesac van 65 kilometer lengte en dezer dagen bouwen de Kroaten aan een brug tussen het vasteland en Peljesac, zodat je in de toekomst via dit schiereiland Bosnië kunt omzeilen. Wijlen dr. Franjo Tudjman zou met genoegen bij de opening het lintje hebben doorgeknipt, maar ondertussen dolblij zijn dat er bij Dubrovnik al een brug naar hem vernoemd is. Het is immers nogal lullig om de naamgever te zijn van een brug die twee stukken Kroatië verbindt, terwijl de afspraak met Milosevic nu juist was om Bosnië in tweeën te hakken.
Het paasweekeinde was helaas te kort voor Peljesac, dus besloten we een auto te huren en naar het Sloveense Maribor te rijden. Het leek ons een goed idee te huren bij een internationaal opererend autoverhuurbedrijf (Europcar), maar helaas bleek dit bedrijf gedomesticeerd te zijn. Een onvriendelijk heerschap stond ons te woord op een toon alsof het belachelijk was dat wij de informatie op de Kroatische Europcar-website serieus hadden genomen. Nadat hij tegen een buitenlandse klant zei: "Hier tekenen! Er is niks aan de hand als de gegevens niet helemaal kloppen", leek het ons beter naar wat anders uit te kijken. Bij toeval zagen we een uithangbord van Auto Emilio. De Italiaanse naam boezemde me niet veel vertrouwen in, maar de verhuurafdeling bleek te worden gerund door een reuzeaardige vrouw die onwaarschijnlijk veel geduld had met ons gebrekkige Kroatisch. Om kort te gaan: we spraken af de volgende dag een handgeschakelde Opel te huren, of een Honda met automaat voor het geval de Opel niet op tijd door de vorige huurder zou worden ingeleverd. De volgende ochtend was de Opel natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen, dus probeerde ik me uit alle macht te herinneren waar de letters P, N, R, D4, D3, enzovoort ook alweer voor stonden. Na wat gepruts onder toeziend oog van de verhuurmevrouw had ik het rijden met de automaat onder de knie en togen we richting Maribor. Diverse Kroaten hadden ons gewaarschuwd dat Maribor een typische industriestad was, maar dat viel erg mee.
Toegegeven, meestal is de tweede stad van een willekeurig land veel aantrekkelijker dan Maribor, maar vergeleken met veel Kroatische continentale stadjes steekt Maribor - vroeger bekend onder de naam Marburg an der Drau - gunstig af. De stadsdelen met industrie liggen aan de zuidzijde van de rivier de Drava; het oude centrum aan de noordzijde. Langs de rivier zijn diverse verdedigingstorens uit de 14de eeuw te zien. Je kunt langs het water voor een schappelijke prijs eten en drinken in een van de vele café-restaurants, want hoewel Slovenië een stuk welvarender is dan Kroatië zijn de prijzen in Maribor een stuk lager dan in Zagreb. Niet ver van de bogenbrug over de Drava, gebouwd in 1913, is de oudste wijnrank ter wereld te bewonderen. Ruim 400 jaar geleden werd de rank gepland en nog altijd levert hij genoeg druiven voor enkele tientallen liters wijn per jaar. Iets verderop langs de rivier begint de oude joodse wijk, waaraan nog flink wat opgeknapt moet worden. Zo staat er een fiks klooster uit de 13de eeuw op instorten evenals een synagoge. Net boven de rivier ligt het belangrijkste plein van de stad, Glavni trg, met groot momunent ter nagedachtenis aan een pestepidemie. Rondom het plein staan oude, voorname gebouwen. Nog verder naar het noorden bevindt zich het Slomskov trg met als blikvanger de Kathedraal van Johannes de Doper. Het plein alias park is omgeven met typisch Oostenrijkse gebouwen uit de 19de eeuw: een magnefiek postkantoor, het nationaal theater, de zetel van de universiteit enzovoort. Weer een ander plein, Grajski trg, biedt plaats aan het kasteel van Maribor. In het kasteel zou een alleraardigst museum gehuisvest zijn, maar door de gesloten deuren was niet meer te zien dan een rijk gedecoreerd trappenhuis. Ook het stadspark is zeker de moeite waard.
Wie op zoek is naar een oude radio, kan terecht in een gespecialiseerde winkel. Al met al: Maribor is een stuk mooier en interessanter dan Varazdin waar zoveel Kroaten trots op zijn. Het centrum is het socialisme redelijk ongeschonden doorgekomen en je kunt er makkelijk een paar uur rondwandelen.
Wie over deze weg rijdt, van Rijeka in het noorden naar Dubrovnik in het zuiden, komt driekwart tegen van alles wat Kroatië de moeite waard maakt. Bovendien kun je (nog altijd) zeggen dat je in Bosnië bent geweest, daar het zuidelijkste deel van Kroatië door een twintigtal kilometers Bosnische kust van de rest van het land wordt gescheiden. "Nog altijd", want vlak voor de Bosnische kust ligt het Kroatische schiereiland Peljesac van 65 kilometer lengte en dezer dagen bouwen de Kroaten aan een brug tussen het vasteland en Peljesac, zodat je in de toekomst via dit schiereiland Bosnië kunt omzeilen. Wijlen dr. Franjo Tudjman zou met genoegen bij de opening het lintje hebben doorgeknipt, maar ondertussen dolblij zijn dat er bij Dubrovnik al een brug naar hem vernoemd is. Het is immers nogal lullig om de naamgever te zijn van een brug die twee stukken Kroatië verbindt, terwijl de afspraak met Milosevic nu juist was om Bosnië in tweeën te hakken.
Het paasweekeinde was helaas te kort voor Peljesac, dus besloten we een auto te huren en naar het Sloveense Maribor te rijden. Het leek ons een goed idee te huren bij een internationaal opererend autoverhuurbedrijf (Europcar), maar helaas bleek dit bedrijf gedomesticeerd te zijn. Een onvriendelijk heerschap stond ons te woord op een toon alsof het belachelijk was dat wij de informatie op de Kroatische Europcar-website serieus hadden genomen. Nadat hij tegen een buitenlandse klant zei: "Hier tekenen! Er is niks aan de hand als de gegevens niet helemaal kloppen", leek het ons beter naar wat anders uit te kijken. Bij toeval zagen we een uithangbord van Auto Emilio. De Italiaanse naam boezemde me niet veel vertrouwen in, maar de verhuurafdeling bleek te worden gerund door een reuzeaardige vrouw die onwaarschijnlijk veel geduld had met ons gebrekkige Kroatisch. Om kort te gaan: we spraken af de volgende dag een handgeschakelde Opel te huren, of een Honda met automaat voor het geval de Opel niet op tijd door de vorige huurder zou worden ingeleverd. De volgende ochtend was de Opel natuurlijk in geen velden of wegen te bekennen, dus probeerde ik me uit alle macht te herinneren waar de letters P, N, R, D4, D3, enzovoort ook alweer voor stonden. Na wat gepruts onder toeziend oog van de verhuurmevrouw had ik het rijden met de automaat onder de knie en togen we richting Maribor. Diverse Kroaten hadden ons gewaarschuwd dat Maribor een typische industriestad was, maar dat viel erg mee.
Toegegeven, meestal is de tweede stad van een willekeurig land veel aantrekkelijker dan Maribor, maar vergeleken met veel Kroatische continentale stadjes steekt Maribor - vroeger bekend onder de naam Marburg an der Drau - gunstig af. De stadsdelen met industrie liggen aan de zuidzijde van de rivier de Drava; het oude centrum aan de noordzijde. Langs de rivier zijn diverse verdedigingstorens uit de 14de eeuw te zien. Je kunt langs het water voor een schappelijke prijs eten en drinken in een van de vele café-restaurants, want hoewel Slovenië een stuk welvarender is dan Kroatië zijn de prijzen in Maribor een stuk lager dan in Zagreb. Niet ver van de bogenbrug over de Drava, gebouwd in 1913, is de oudste wijnrank ter wereld te bewonderen. Ruim 400 jaar geleden werd de rank gepland en nog altijd levert hij genoeg druiven voor enkele tientallen liters wijn per jaar. Iets verderop langs de rivier begint de oude joodse wijk, waaraan nog flink wat opgeknapt moet worden. Zo staat er een fiks klooster uit de 13de eeuw op instorten evenals een synagoge. Net boven de rivier ligt het belangrijkste plein van de stad, Glavni trg, met groot momunent ter nagedachtenis aan een pestepidemie. Rondom het plein staan oude, voorname gebouwen. Nog verder naar het noorden bevindt zich het Slomskov trg met als blikvanger de Kathedraal van Johannes de Doper. Het plein alias park is omgeven met typisch Oostenrijkse gebouwen uit de 19de eeuw: een magnefiek postkantoor, het nationaal theater, de zetel van de universiteit enzovoort. Weer een ander plein, Grajski trg, biedt plaats aan het kasteel van Maribor. In het kasteel zou een alleraardigst museum gehuisvest zijn, maar door de gesloten deuren was niet meer te zien dan een rijk gedecoreerd trappenhuis. Ook het stadspark is zeker de moeite waard.
Wie op zoek is naar een oude radio, kan terecht in een gespecialiseerde winkel. Al met al: Maribor is een stuk mooier en interessanter dan Varazdin waar zoveel Kroaten trots op zijn. Het centrum is het socialisme redelijk ongeschonden doorgekomen en je kunt er makkelijk een paar uur rondwandelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten