Shoppen in Graz
Wie op vakantie gaat naar Kroatië en denkt goedkoop van alles en nog wat mee naar huis te kunnen nemen, komt bedrogen uit. Wie de prijzen in de supermarkten ziet, kan maar moeilijk geloven dat de Kroaat gemiddeld 500 euro per maand verdient. Met name levensmiddelen zijn erg duur. Ook is Kroatië nog verstoken van veel internationale ketens, zodat je voor elektrische apparaten en kleding naar kleine winkels met grote prijzen moet. Bij busbedrijf Daltamacijaturist dachten ze daarom: als de ketens niet naar Kroatië komen, komen wij naar de ketens. Het bedrijf verzorgt voor ongeveer 11 euro (niet als enige overigens) op donderdag en zaterdag speciale winkeluitjes naar Graz in Oostenrijk.
Vanuit Zagreb bezien is Graz de eerste grote stad waar het kapitalisme al geruime tijd zijn zegenrijke werk doet, en waar je dus voor minder geld meer producten van een hogere kwaliteit kunt kopen. Anders gezegd: een Nederlander reist met een bus van vermoedelijk Duitse makelij van Zagreb naar Graz, dwars door Slovenië, om in een Zweedse winkel (IKEA) een braadpan te kopen die in China is vervaardigd. Om van dit staaltje globalisering te kunnen profiteren, moet je wel vroeg opstaan, want de bus vertrekt al om half zes 's ochtends van het busstation (Autobusni kolodvor). Op een paar stoelen na werden alle plaatsen bezet door vrouwen. Rond een uur of negen arriveerden we in Graz. De shoppingbus stopt bij drie verschillende winkelcentra en in het stadscentrum. Drie uur later maakt de bus een rondje langs alle haltes, zodat je een ander winkelcentrum kunt bezoeken en de aangeschafte spullen in de laadruimte kunt zetten. Afgaand op de plastic tassen waren vooral IKEA, H&M, Mediamarkt en Zara populair; stuk voor stuk ketens die geen vestiging in Kroatië hebben. Hoewel ik er niet als Kroaat uitzie, voelde ik me in toch een beetje als een Oost-Duitser die met grote ogen het aanbod in het Westen bekijkt. Zeker als je met een felblauwe IKEA-tas aan de rand van een grote parkeerplaats staat te wachten op een bus naar Zagreb, wil je alle Oostenrijkers toeschreeuwen dat je eigenlijk uit een normaal land komt en je geen flauw idee hebt hoe je tussen al die Kroaten verzeild bent geraakt.
Alle passagiers waren op tijd bij de halte aanwezig en onze bus vertrok tot vreugde van onze reisleidster als eerste. (Die dag reden er nog negen Kroatische bussen naar Graz.) Waarom zij blij was dat wij het Kroatische konvooi aanvoerden, werd me duidelijk toen zij ons de te verwachten rompslomp aan de grens tussen Kroatië en Slovenië uit de doeken deed. De douaniers zouden in de bus stappen en een ieder vragen zijn aankoopbonnen te tonen. De reisleidster waarschuwde ons dat het onverstandig was "Nemam nista" (Ik heb niks) tegen de douanier te zeggen omdat die zich, heel begrijpelijk, niet kan voorstellen dat een Kroaat met een speciale shoppingbus naar Oostenrijk reist om met lege handen terug te keren. Als we pech hadden, zouden we allemaal de bus moeten verlaten, onze aankopen uit de laadruimte moeten halen en deze aan de douanier laten zien. Bovendien is het niet slim een douanier, die in alle Balkanlanden vaak wordt aangenomen wegens zijn onvriendelijkheid, tegen je in het harnas te jagen. In de praktijk bleek het allemaal erg mee te vallen. Bij aankomst aan de grens lag onze bus nog steeds aan kop en de douaniers waren liever lui dan moe. Ze loerden wat in de laadruimte en hoefden onze paspoorten en aankoopbonnen niet te zien. Uit blijdschap over de snelle gang van zaken wond ik me niet op over het kapotte leeslampje boven mijn stoel, maar genoot ik van schaars verlichte dorpjes langs de donkere snelweg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten